HOOFDSTUK 1
heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2013, sector CM/JZ (nr. 4356267) en het voorstel van het presidium van 3 juli 2013, sector GRF (nr. 4434071) gelezen;
heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 12 november 2013, sector MO/VW (nr. 4524484);
heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 7 februari 2014, sector SOB VTH/BJZ (nr. 4568705);
heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen 16 december 2014, sector SOB/SB (nr. 4836186);
- 1.
- 2.Hij, die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 1.Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging, een samenkomst tot het belijden van godsdienst- of levensovertuiging of een vergadering te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
- 2.
- 3.
- 4.
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- 5.
- 6.
- 1.Het is verboden om zonder vergunning van het college een terras te hebben voor zover dit zich op of aan een openbare plaats bevindt. Onder terras wordt in dit artikel verstaan: een in de openbare ruimte liggend deel van een bedrijf waar sta- of zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt.
- 2.
- a.
- b.
- 3.
- 4.
- 5.In afwijking van het bepaalde in het eerste lid beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een terras bij een inrichting in de zin van artikel 174 Gemeentewet, voor zover deze zich op de weg bevindt, over de ingebruikname van die weg ten behoeve van het terras.
- 6.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.De burgemeester stelt jaarlijks vóór 1 december een Evenementenkalender vast voor het volgende kalenderjaar. Degene die voornemens is een evenement te organiseren kan de burgemeester jaarlijks vóór 1 oktober verzoeken een evenement te plaatsen op de evenementenkalender van het volgende jaar. Een dergelijk verzoek is geen aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Aan de plaatsing van een evenement op de evenementenkalender kunnen geen rechten worden ontleend met uitzondering van het bepaalde in het vijfde lid, onder c.
- 11.
- 1.
- 2.De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding als bedoeld in het eerste lid, onder f, besluiten het organiseren van het kleine evenement te verbieden indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt of in de Evenementenkalender als bedoeld in artikel 2:25, negende lid, al een reservering is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde tijd en locatie.
- a.horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken, spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid of rookwaar voor directe consumptie wordt verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
- b.
- 1.De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of een sluiting voor bepaalde tijd van de gehele of van een deel van het horecabedrijf bevelen.
- 2.
- 1.
- 2.Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
- a.
- b.
- c.speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
- 3.
- a.
- b.
- 4.
- 1.
- 2.Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
- 3.
- 4.
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
- a.
- b.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan een openbare plaats post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan openbare plaatsen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
- 1.Het is verboden op of aan openbare plaatsen die door de burgemeester zijn aangewezen, omdat de openbare orde dat in verband met het openlijk gebruik van of in de handel in harddrugs naar zijn oordeel noodzakelijk maakt, deel te nemen aan een verzameling van meer dan twee personen, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de verzameling verband houdt met het gebruik van of de handel in harddrugs.
- 2.
- 3.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden.
- 2.De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd, dat hij zich opnieuw in het aangewezen gebied gedraagt in strijd met de in het eerste lid genoemde artikelen, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste veertien dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden.
- 3.
- 4.
- 5.
- a.
- b.
- c.seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 1.
- a.
- b.
- c.
- 2.
- a.
- b.binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
- c.binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht , wegens dan wel mede wegens overtreding van:
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- 3.
- a.
- b.
- 4.
- a.
- b.
- 5.De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
- 1.
- 2.
- a.geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
- b.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
- 1.
- a.
- b.
- 2.Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
- 1.
- 2.Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
- 3.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
- 1.
- 2.De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 1.Het is een inrichting toegestaan maximaal 3 incidentele festiviteiten, en voor zover de inrichting een sportvereniging betreft maximaal 6 incidentele festiviteiten, per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
- 2.Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 3 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
1.Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Het bevoegd gezag kan in het besluit tot het opleggen van een verplichting tot herbeplanting, de zakelijk gerechtigde of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorziening, de mogelijkheid bieden om, in plaats van de opgelegde voorgeschreven herbeplantingsverplichting, een nader te bepalen vergoeding te betalen. De vergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de waarde van de boom.
- 2.
- 3.Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
- 4.
Indien de gebruiker of eigenaar van een houtopstand tengevolge van een verbod tot vellen van een houtopstand of een weigering tot ontheffing van een verbod tot vellen van een houtopstand, schade lijdt, welke redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven, kent het college van burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
- 1.Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
- a.
- b.
- 2.
- 3.
- 1.Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer , in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
- a.
- b.
- c.
- d.
- 2.
- 3.
- 1.
- 2.
- a.
- b.
- c.
- -
- -
- d.onverlichte opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk zijn betrokken, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben.
- e.
- f.opschriften, aankondigingen of afbeeldingen van kennelijk tijdelijke aard op of aan een onroerende zaak welke niet gelegen is in het in het Gevelhandboek genoemde kernwinkelgebied, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits deze opschriften, aankondigingen of afbeeldingen niet langer dan zes weken op de onroerende zaak aanwezig zijn.
- g.
- 3.
- 4.
- a.
- b.
- c.
- 5.
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
- 1.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een weg in het gedeelte van de gemeente, omsloten door de Stadsring vanaf het Smallepad tot de Sint Andriesstraat, de Sint Andriesstraat vanaf de Stadsring tot de Beek, de Beek vanaf de Sint Andriesstraat tot de Eem, de Koppelpoort, de Kleine Koppel vanaf de Koppelpoort tot het Smallepad en het Smallepad vanaf de Kleine Koppel tot de Stadsring – de wegen of gedeelten daarvan daaronder begrepen – zulks ter bescherming van het uiterlijk aanzien van dat stadsdeel.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 1.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
- 2.
1.Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
2 Het is verboden om op de op grond van het eerste lid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten te plaatsen of te laten staan.
- 3.
- 4.
- 5.
- 1.
- 2.Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
- 3.
- 4.
- 5.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de vergunning tijdelijk, dan wel blijvend, worden ingetrokken indien als gevolg van bijvoorbeeld reconstructie van de openbare weg, werkzaamheden of de herinrichting van de openbare weg van een standplaatsvergunning geen gebruik (meer) kan worden gemaakt.
- 1.
- 2.
- 3.Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
- 4.De verboden, genoemd in het eerste en derde lid, gelden niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
- 1.
- 2.
- a.
- b.
- 3.Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de woonschepenverordening Provincie Utrecht of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht 2008 of de Verordening Natuur en Landschap van toepassing is.
- 1.Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
- 2.
- 3.Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de woonschepenverordening Provincie Utrecht of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht 2008 of de Verordening Natuur en Landschap van toepassing is.
- 1.Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
- 2.
- 1.Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoel in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
- 2.
- a.
- b.
- c.
- 3.
- 1.Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, of met een fiets of een paard.
- 2.
- a.
- b.
- c.
- 3.
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- 4.
- a.
- b.
- 5.
- 6.
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
- j.
- k.Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.
- l.
- m.
- n.
- 1.Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
- 2.
- 3.
1.Tenzij het college anders heeft besloten, zorgt de rechthebbende van een object er voor dat de nummers, zoals bedoeld in artikel 5:40, tweede lid, worden aangebracht op een wijze zoals krachtens artikel 5:44 is bepaald.
2 De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht.
- 3.
- 4.
- 5.
- 1.Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
- 2.
- 1.
- 2.De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 6:4, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Inhoudsopgave
- Lichaam
- Aanhef
- Lichaam
- HOOFDSTUK 1
- Artikel 1:1 Begripsbepalingen
- Artikel 1:2 Beslistermijn
- Artikel 1:3 Indiening aanvraag
- Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
- Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
- Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
- Artikel 1:7 Termijnen
- Artikel 1:8 Weigeringsgronden
- HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE
- Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
- Artikel 2:2 Optochten
- Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
- Artikel 2:4 Afwijking termijn
- Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens
- Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
- Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d.
- Artikel 2:8 Dienstverlening
- Artikel 2:9 Straatartiest e.d.
- Artikel 2:10 A: Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie van de openbare plaats
- Artikel 2:10 B: Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen
- Artikel 2:10 C: Vrij te stellen categorieën
- Artikel 2:10 D Terrasvergunning
- Artikel 2:11 (Omgevings)Vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
- Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
- Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid
- Artikel 2:14 Winkelwagentjes
- Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
- Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
- Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.
- Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
- Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
- Artikel 2:20 Vallende voorwerpen
- Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
- Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
- Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
- Artikel 2:24 Begripsbepaling
- Artikel 2:25 Evenement
- Artikel 2:25a Klein evenement
- Artikel 2:26 Ordeverstoring
- Artikel 2:27 Begripsbepalingen
- Artikel 2:28 Exploitatie horecabedrijf
- Artikel 2:28a Weigeringsgronden
- Artikel 2:29 Beëindiging exploitatie
- Artikel 2:30 Sluitingstijd
- Artikel 2:31 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
- Artikel 2:32 Verboden gedragingen
- Artikel 2:33 Handel binnen horecabedrijf
- Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
- Artikel 2:34a Begripsbepaling:
- Artikel 2.34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
- Artikel 2:35 Begripsbepaling
- Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
- Artikel 2:37 Nachtregister
- Artikel 2:38 Verschaffing gegevens
- Artikel 2:39 Speelgelegenheden
- Artikel 2:40 Kansspelautomaten
- Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
- Artikel 2:42 Plakken en kladden
- Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
- Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
- Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
- Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
- Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
- Artikel 2:47a Het aanwezig zijn met bromfietsen op een openbare plaats
- Artikel 2:47b Lesmotorvoertuigen
- Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
- Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
- Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
- Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
- Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
- Artikel 2:53 Bespieden van personen
- Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur
- Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren
- Artikel 2:56 Alarminstallaties
- Artikel 2:57 Verboden plaatsen voor honden
- Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
- Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
- Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
- Artikel 2:61 Wilde dieren
- Artikel 2:62 Loslopend vee
- Artikel 2:63 Duiven
- Artikel 2:64 Bijen
- Artikel 2:65 Bedelarij
- Artikel 2:66 Begripsbepaling
- Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
- Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
- Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
- Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven
- Artikel 2:71 Begripsbepalingen
- Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen.
- Artikel 2:73 Gebruiken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
- Artikel 2:73a Begripsbepalingen
- Artikel 2:74 Drugshandel op straat
- Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
- Artikel 2:74b Verzamelingen van personen in verband met harddrugs
- Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
- Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
- Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
- Artikel 2:78 Verblijfsontzegging
- HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
- Artikel 3:1 Begripsbepalingen
- Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
- Artikel 3:3 Nadere regels
- Artikel 3:4 Seksinrichtingen
- Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
- Artikel 3:6 Sluitingstijden
- Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
- Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
- Artikel 3:9 Straatprostitutie
- Artikel 3:10 Sekswinkels
- Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
- Artikel 3:12 Beslissingstermijn
- Artikel 3:13 Weigeringsgronden
- Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
- Artikel 3:15 Wijziging beheer
- artikel 3:16 Overgangsbepaling
- HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
- Artikel 4:1 Begripsbepalingen
- Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
- Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
- Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten
- Artikel 4:5 Onversterkte muziek
- Artikel 4:6 Overige geluidhinder
- Artikel 4:6a (Geluid)hinder door bromfietsen e.d.
- Artikel 4:6b (Geluid)hinder door dieren
- Artikel 4:7 Straatvegen
- Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
- Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
- Artikel 4:10 Begripsomschrijvingen
- Art. 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand
- Art. 4:12 Weigeringsgronden
- Art. 4:12 A Vergunning ex lege
- Art. 4:12 B Bijzondere vergunningvoorschriften
- Art. 4:12 C Herplant-/instandhoudingsplicht
- Art. 4:12 E Bestrijding van boomziekten
- Art. 4:12 F Afstand van erfgrenslijn
- Artikel 4:12 G Kaart met monumentale bomen in gemeentelijke eigendom
- Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
- Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen
- Artikel 4:15 Verbod ontsierende hinderlijke of gevaarlijke reclame
- Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame
- Artikel 4:17 Begripsbepaling
- Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
- Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
- HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
- Artikel 5:1 Begripsbepalingen
- Artikel 5:2 Op de weg plaatsen of hebben van voertuigen van autobedrijf e.d.
- Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
- Artikel 5:4 Defecte voertuigen
- Artikel 5:5 Voertuigwrakken
- Artikel 5:6 Aanhangwagens en kampeermiddelen
- Artikel 5:7 Op de weg plaatsen of hebben van reclamevoertuigen
- Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
- Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
- Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen
- Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
- Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
- Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
- Artikel 5:14 Begripsbepaling
- Artikel 5:15 Ventverbod
- Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
- Artikel 5:17 Begripsbepaling
- Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
- Artikel 5:18a Intrekking standplaatsvergunning
- Artikel 5:18b Toewijzing bij overlijden of arbeidsongeschiktheid
- Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
- Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
- Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht
- Artikel 5:22 Begripsbepaling
- Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
- Artikel 5:23A Begripsbepalingen
- Artikel 5:24 Gebruik van openbaar water
- Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
- Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
- Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
- Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
- Artikel 5:29 Reddingsmiddelen
- Artikel 5:30 Veiligheid op het water
- Artikel 5:30a Zwemverbod
- Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
- Artikel 5:32 Crossterreinen
- Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
- Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
- Artikel 5:35 Begripsbepaling
- Artikel 5:36 Verboden plaatsen
- Artikel 5:37 Hinder of overlast
- Artikel 5:38 begripsbepaling
- Artikel 5:39 Verdeling gemeente
- Artikel 5:40 Nummering en afbakening
- Artikel 5:41 Aanbrengen namen en nummers
- Artikel 5:42 Gedoogplicht naamborden
- Artikel 5:43 Verplichting tot aanbrengen van nummerborden
- Artikel 5:44 Uitvoeringsvoorschriften
- HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
- Artikel 6:1 Strafbepaling
- Artikel 6:2 Toezichthouders
- Artikel 6:3 Binnentreden woningen
- Artikel 6:4 Inwerkingtreding en intrekking oude verordening
- Artikel 6:5 Overgangsbepaling
- Artikel 6:6 Citeertitel